Samen met mijn collega Charlotte Langen heb ik de opleiding voor Parind kinder-therapie vorm gegeven. We hebben tijdens onze jarenlage ervaring in het werken met kinderen ervaren dat een kind alles voelt, ook wat het niet ziet of hoort.
Centraal staat dat het gevoel van een kind in open verbinding staat met het gevoel van de ouder. Draagt de ouder bijvoorbeeld een onverwerkt verdriet met zich mee dan zal het kind dit voelen en het zal hier in gedrag of lichamelijk op reageren. Ook al praat de ouder hier niet over en is hij of zij hier niet eens bewust mee bezig.
Middels spiertesten (toegepaste kinesiologie) via de ouder of bij het kind zelf, wordt uitgezocht wat de oorsprong van de klacht is, wat het kind spiegelt van de ouder, opa of oma of van ervaringen van het kind zelf. Ik kijk na welke blokkades er zijn in het energiesysteem en hoe deze moeten worden verholpen. Ouders krijgen uitleg en advies over hoe ze met hun kind hierin kunnen helpen maar ook hoe zij zich bewust kunnen worden van hun eigen innerlijke gevoel.
Mag je dan als ouder niet lekker in je vel zitten of gewoon je dag niet hebben? Natuurlijk wel. Dat is heel menselijk. Door het kind in simpele bewoordingen uit te leggen wat er in jou als ouder speelt, en duidelijk te vertellen dat dit iets van jou is en niets met het kind te maken heeft, erken je het gevoel van het kind en neem je voor het kind een deel van de last weg.
Het lijkt misschien raar om aan een baby te vertellen wat er in je omgaat, omdat hij dat qua intellectueel vermogen niet kan begrijpen, maar in het gevoel is een baby net zo ontwikkelt als een volwassene en in het gevoel krijgt hij de boodschap wel degelijk mee. Zelfs wanneer de baby zich nog in de baarmoeder bevindt. Hoe meer erkenning een kind krijgt voor zijn of haar gevoelens, hoe evenwichtiger het kind zal opgroeien.
Als de ouder zich steeds vrolijk en positief voor doet, maar innerlijk moppert, ontevreden is en negatief over zichzelf denkt, dan zal het kind dit voelen. Het kind voelt wat er in het innerlijk kind van de ouder leeft. Als reactie zal het kind, mopperen, ontevreden zijn en negatief over zichzelf zijn en vaak heeft het kind ook lichamelijke klachten. Ouders begrijpen het kind niet. Het heeft alles, krijgt voldoende liefde en aandacht en is toch niet te genieten omdat het voelt dat het innerlijke kind van de ouder gevangen zit in gemopper, ontevredenheid en negativiteit. De ouder erkent dit niet aan zichzelf en brengt het ook niet naar buiten, omdat dit “niet hoort”. Het kind brengt dus naar buiten wat die ouder angstvallig binnenhoudt.
Wanneer een peuter bijvoorbeeld aangeeft dat hij niet bij die meneer of mevrouw wil zijn, want die is boos weten ouders vaak niet wat ze met de situatie aan moeten en zeggen tegen het kind dat verkeerd voelt, zich niet moet aanstellen en dat het kind toch gewoon moet gaan. Het kind voelt echter de boosheid die de persoon bij zich draagt, ook al is die niet te zien en ook niet op het kind gericht. Als dit vaker voorkomt, leert het kind niet meer op zijn gevoel te vertrouwen en stukje bij beetje sluit het zijn gevoel af. Tegen de tijd dat het kind volwassen is, heeft het geleerd om zich “netjes”, fatsoenlijk en vooral gewenst te gedragen. Met fatsoen is niets mis, maar het is wel jammer, dat het zijn gevoel niet meer serieus neemt. Het kind heeft op deze manier geleerd zijn gevoel te onderdrukken, sterker nog: ze niet meer te voelen omdat ze “onbetrouwbaar” voor hem of haar zijn. Het werd niet erkend in het gevoel en heeft dus ook niet geleerd hoe het met gevoelens om kan gaan zonder onfatsoenlijk te zijn of de ander te kwetsen.
Hieronder staan een paar praktijkvoorbeelden. De namen in de voorbeelden zijn veranderd omwille van de privacy.
Voorbeeld 1 Niet naar school willen
Anne is een meisje dat als ze naar school gebracht wordt, gaat huilen en zich aan moeder vastklampt. Moeder vindt dit een moeilijke situatie en kijkt steeds meer op tegen het naar school brengen van Anne. Als we via de Parind-methode kijken, blijkt dat het Anne een groot verdriet voelt dat van haar moeder is. Moeder bevestigt dit. Anne wil haar moeder, onbewust, steeds troosten en wil haar daarom niet alleen laten. Ik vraag aan moeder om haar verdriet aan haar dochter te vertellen. Dit hoeft niet in alle details. Moeder vertelt Anne dat wat ze voelt klopt, dat ze erg verdrietig is maar dat dit verdriet niets met Anne te maken heeft en dat ze dit zelf of met hulp van een volwassene zal verwerken en dat Anne dat mag loslaten. Tevens geeft moeder erkenning aan haar eigen verdriet en gaat hiermee aan de slag. Bij de volgende sessie blijkt dat het meisje niet meer zo aan moeder hangt en zonder drama’s naar school kan.
Voorbeeld 2 faalangst
Bas is een jongen van 11 jaar die hard zijn best doet voor school maar steeds als hij een toets krijgt, niets meer weet. Na het eerste onderzoek blijkt dat dit geen algehele faalagst is maar puur met school te maken heeft en is ontstaan in groep 4. En dat dit te maken heeft met de leergracht die hij toen had. Moeder bevestigt dat het geen fijne juf was die hij toen had. Als ik vraag hoe deze juf met fouten en slechte cijfers omging vertelt Bas dat zij dan altijd heel boos werd. Ook als je een beurt kreeg en je wist het niet dan werd je voor de klas belachelijk gemaakt. Middels een oefening leg ik aan Bas uit dat die boosheid van die juf was en niets met hem te maken had. De angst die hij sindsdien heeft om fouten te maken op school, door haar ontstaan is. Deze angst voelt voor hem als een zware last en we symboliseren die angst in de vorm van een grote steen. Deze last mag hij symbolisch teruggeven aan zijn juf en erbij zeggen dat hij er helemaal klaar mee is om nog langer bang te zijn voor haar en dat hij zijn angst om fouten te maken aan haar terug geeft. De drie dagen daarna is Bas thuis heel boos geweest. Hij zocht ruzie met zijn ouders en zusje. Daarna werd hij rustig en sindsdien merken de leerkracht en de ouders dat het steeds beter gaat op school. Zijn punten worden iedere keer beter.
Voorbeeld 3 moeilijk slapen
Vera is een meisje van 2 jaar dat sinds de grote vakantie slecht slaapt. Ze wordt vaak wakker en is dan volledig in paniek. Haar broertje Max heeft voor de vakantie een heftige epilepsieaanval gehad en is met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Als we via de Parind-methode gaan kijken, geeft het kind aan moeder de volgende boodschappen: Mama is bang en mama maakt zich heel veel zorgen om Max. De oorsprong van het slecht slapen en de paniek liggen bij de epilepsieaanval.
Vera help ik met een BasMa-bloesem (vergelijkbaar met Bach-bloesems). Deze helpt Vera in de aanvaarding van de gebeurtenis. Haar moeder vertelt aan Vera dat ze zorgen en angst heeft en geeft daarmee erkenning aan het gevoel van Vera en haarzelf. Verder vraagt moeder aan Vera om haar zorgen en angsten aan moeder terug te geven. Bij de volgende sessie blijkt dat Vera alle nachten rustig doorslaapt. Vera heeft dus al die tijd de zorgen en angsten die ze overdag van moeder voelde ’s nachts proberen te verwerken.
Voorbeeld 4 voeding niet binnen houden
Een moeder komt met haar 4 maanden oude baby die veel spuugt en onrustig is, zonder aanwijsbare medische reden. In de zwangerschap heeft vader moeder verlaten. Moeder voelde zich schuldig naar haar kind, omdat het kind in eerste instantie niet welkom was. Nadat ze het kindje had verteld, dat dit haar gevoelens waren en dat die niets met de liefde voor hem te maken hadden, kwam de baby tot rust. Een maand na de behandeling vertelde moeder, dat haar zoontje sinds het vorige consult niet meer spuugde en een rustige en blije baby was.